Flamborough Head, Dolfijnen!
HET VERDRIET en de schoonheid VAN GRIMSBY:
Ik schrik wakker van de wekker. Te vroeg!
He bah, regen... En de wind is ook net niet wat voorspeld is.
De havenmeester vertelde dat het hier zo vreselijk moeilijk is om voorspellingen te geven.
Hij keek naar de lucht en zei "het wordt een lekker ruig tochtje".
Nou, 10 uur varen voor de boeg, maar we blijven niet, we gaan.
Terwijl iedereen en alles in de haven in diepe rust is, vertrekken wij naar Grimsby.
Niet omdat het een geweldig mooie plaats is, integendeel in de pilot van Anje Valk wordt de stad omschreven als een stad in verval.
Maar vanuit Grimsby kunnen we naar Wells next the sea en dat wordt omschreven als een mooi en kleurrijk stadje.
Deze twee tegenstelling willen we graag met eigen ogen zien.
We zwaaien twee dolfijnen na. De Engelse kust laat zich bij Flamborough Head nog een keer van haar beste kant zien.
De witte krijtrotsen schitteren in het ochtendzonnetje. Daarna verdwijnt de zon achter de zeilen.
Na deze kaap krijgen we wind tegen stroom: echt hobbelwater, maar niet zo erg als wanneer we de rivier de Humber op gaan.
Daar lijkt het wel of we aan het rodeo rijden zijn. Hoog aan de wind zeilen we de rivier op. Ik wordt ziek! Balen.
Ad moet het alleen doen. Ik ga benedendeks plat en kom pas boven als we bij de riviermonding zijn en de shippinglane oversteken.
De golven zijn stijl en er is geen vat op te krijgen. Er komen dan ook bakken met water over en als het lijkt dat we iets ruimer kunnen varen, draait de wind vrolijk met ons mee.
Grote schepen varen met ons op. Zij gaan The Humber op richting Hull en de industriehavens. Wat een nietig gevoel krijg ik hier als er een ons passeert!
Net voordat wij het sluisje door willen varen moeten we wachten op een groot cargoschip die in de havenmond een slag moet draaien.
Sleep, en duwboten zijn druk in de weer om het schip door de wind te draaien en na 3 kwartier hobbelen kunnen wij verder richting de sluis.
"The lock is closing at 16.35" horen we over de marifoon en we horen ook iets over 14 dagen...
Vreemd dat de sluis met hoogwater dicht gaat, terwijl in de pilot staat aangegeven dat de sluis tot 2 uur na hoogwater nog open is. Gelukkig, de sluisdeuren staan nog open! Later horen we dat er gebaggerd wordt en daarom de tijden aangepast zijn.
Eenmaal in de beschutting van de haven knap ik weer op en kijk verbaast om mij heen.
Een mooie haven, veel boten, maar een omgeving waar menigeen verdrietig van wordt.
Midden in deze havenwoestijn ligt de Marina, waar men zeer gastvrij en vriendelijk is, troosteloos, verlaten en grauw.
Aan de waterlijn vreselijke flats, die in het Oostblok niet zouden misstaan.
Maar ik kijk anders en maak een sprongetje!
Onze medezeilers zijn al in de haven, ze konden net voor het grote schip naar binnen.
De warme chocolademelk met heerlijke koek staat al klaar..
Wanneer we 's avonds door dit stukje Grimsby lopen, zien we het verdriet van Grimsby.
Midden jaren ’70 was Grimsby de grootste vissershaven van de wereld met meer dan 200 zeegaande trawlers die voeren tot in de Barentsz zee. Daar is nu niets meer van over: het enorme fishdock, dat vroeger bruiste van activiteit is nu een desolate
bende, of je mag het ook industrieel erfgoed noemen.
Zou je hier nog iets moois van kunnen maken!! Maar ik geniet!
Wat een prachtige oude fabrieken, in mooi rood baksteen opgetrokken, met prachtige metselfiguren in de gevels.
Hier ga ik morgen fotograferen!
Dat hele kleine witte stipje rechts achter dat grote schip (foto 3) zijn wij!
Foto: Dick, onze Makkumers.
Foto: Dick, onze Makkumers.
Het ochtendzonnetje lacht ons vriendelijk toe als ik met mijn slaperige hoofd naar buiten kijk.
Prachtige luchten, zon en veel wind.
Na het ontbijt pakken we de fietsjes en gaan Grimsby verkennen.
De omgeving van de haven mag dan een troosteloze bende zijn.
Iets verder het stadje in komen we prachtige huizen in victoriaanse stijl tegen. Een school, waar je graag naar toe zou gaan,
zo mooi en om de vrijstaande huizen lappen tuin.
Veel van de huizen zijn bewoond, maar even zo veel staan leeg. Grote borden in de tuin met te koop.
Als ik in de middag in de buurt van de haven de boodschappen doe kijk ik toch wel even vreemd op.
Ten eerste spreken ze hier een dialect waar ik geen brood van kan bakken zo plat, maar het aller vreemdst is dat ik mensen in hun pyjama en op (veel te grote) sloffen en ongekamde haren, de boodschappen zie doen! Nou ja, boodschappen. Het bier is hier de hoofdmoot. Kratjes worden opgestapeld, en daarnaast is plek voor een paar andere etenswaar.
Was er wel van onder de indruk. De omgeving is dan troosteloos, de mensen kansloos.
Als het licht mooi is pak ik mijn camera en ga het terrein verkennen.
Ad blijft aan boort om de route voor morgen uit te zetten en de weerkaarten binnen te halen.
Als ik net op het terrein ben en wat foto's maak komt er een auto op mij af van de beveiliging.
Of ik een permit heb om hier te fotograferen vraagt de man.
Nee, dat heb ik niet.
Hij is oprecht verbaast dat ik hier wil fotograferen.
Ik vertel hem over mijn passie, urbex exploration, en hij hangt aan mijn lippen.
Hij pakt zijn walkie talkie en geeft door dat er een dame met fototoestel loopt die overal mag fotograferen.
We schudden elkaar de hand, hij krijgt mijn kaartje en ik ga verder.
In deze bende van leegstand en verval zijn er ook nog enkele bedrijfje in bedrijf.
Hoe kun je hier werken vraag ik mij af. Ik zou er zo ziek van worden, maar goed, ze hebben nog werk.
Na een paar uur verlaat ik het terrein en in het late zonnetje genieten we nog van een drankje in de zeilersclub.
Prachtige luchten, zon en veel wind.
Na het ontbijt pakken we de fietsjes en gaan Grimsby verkennen.
De omgeving van de haven mag dan een troosteloze bende zijn.
Iets verder het stadje in komen we prachtige huizen in victoriaanse stijl tegen. Een school, waar je graag naar toe zou gaan,
zo mooi en om de vrijstaande huizen lappen tuin.
Veel van de huizen zijn bewoond, maar even zo veel staan leeg. Grote borden in de tuin met te koop.
Als ik in de middag in de buurt van de haven de boodschappen doe kijk ik toch wel even vreemd op.
Ten eerste spreken ze hier een dialect waar ik geen brood van kan bakken zo plat, maar het aller vreemdst is dat ik mensen in hun pyjama en op (veel te grote) sloffen en ongekamde haren, de boodschappen zie doen! Nou ja, boodschappen. Het bier is hier de hoofdmoot. Kratjes worden opgestapeld, en daarnaast is plek voor een paar andere etenswaar.
Was er wel van onder de indruk. De omgeving is dan troosteloos, de mensen kansloos.
Als het licht mooi is pak ik mijn camera en ga het terrein verkennen.
Ad blijft aan boort om de route voor morgen uit te zetten en de weerkaarten binnen te halen.
Als ik net op het terrein ben en wat foto's maak komt er een auto op mij af van de beveiliging.
Of ik een permit heb om hier te fotograferen vraagt de man.
Nee, dat heb ik niet.
Hij is oprecht verbaast dat ik hier wil fotograferen.
Ik vertel hem over mijn passie, urbex exploration, en hij hangt aan mijn lippen.
Hij pakt zijn walkie talkie en geeft door dat er een dame met fototoestel loopt die overal mag fotograferen.
We schudden elkaar de hand, hij krijgt mijn kaartje en ik ga verder.
In deze bende van leegstand en verval zijn er ook nog enkele bedrijfje in bedrijf.
Hoe kun je hier werken vraag ik mij af. Ik zou er zo ziek van worden, maar goed, ze hebben nog werk.
Na een paar uur verlaat ik het terrein en in het late zonnetje genieten we nog van een drankje in de zeilersclub.
* foto info.
De toren op de achtergrond is de uit 1850 stammende 100 meter hoge Hydraulic Tower, oftewel Grimsby’s folly.
Deze toren is een kopie van de toren op het Palazzo Publico in Sienna, Italië.
Ze pompten deze vol met water en door
hem leeg te laten lopen gingen de sluisdeuren open. De tweede toren die het water weer terug nam is helaas gesloopt.
Al ver op zee is dit een markeringspunt voor zeelui voor de ingang van Rivier Humber.
De toren op de achtergrond is de uit 1850 stammende 100 meter hoge Hydraulic Tower, oftewel Grimsby’s folly.
Deze toren is een kopie van de toren op het Palazzo Publico in Sienna, Italië.
Ze pompten deze vol met water en door
hem leeg te laten lopen gingen de sluisdeuren open. De tweede toren die het water weer terug nam is helaas gesloopt.
Al ver op zee is dit een markeringspunt voor zeelui voor de ingang van Rivier Humber.